Een ongeluk veroorzaken door een te lage bandenspanning? Het kan! Uit onderzoek van CE Delft is gebleken dat de helft van de 92 automobilisten die werden geobserveerd, hun banden onjuist oppompten. Een te zachte band is minder veilig, verbruikt meer brandstof en slijt sneller. Hoe moet een band dan wél opgepompt worden?
De juiste bandenspanning
De juiste bandenspanning is terug te vinden in het instructieboekje van de auto, staat vaak op de sticker in de deurstijl vermeld of staat op het brandstofklepje. Wanneer er meerdere bandenmaten vermeld staan, moet er opgelet worden dat wel de juiste wordt gekozen.
De temperatuur van de banden is ook van belang, een band mag namelijk niet te warm zijn. Banden kunnen het beste worden opgepompt als ze koud zijn. Als er meer dan 5 kilometer of 15 minuten is gereden, dan moet er 0,3 bar bovenop de adviesspanning worden geteld. Als je met winterbanden rijdt dan moet daar nog eens 0,2 bar extra bovenop geteld worden. Vaak wordt de reserveband vergeten. Mocht deze een keer nodig zijn dan is het fijn als de spanning goed is. Pomp daarom de reserveband op met 0,5 bar extra, dan is hij altijd klaar voor gebruik.
Goed verzekerd de weg op
Wanneer er een ongeluk ontstaat doordat de bandendruk te laag is, is het fijn als je goed bent verzekerd. Een WA-dekking is verplicht om te hebben. Dit kan worden uitgebreid met een Beperkt Casco-dekking, waarbij onder andere brand, diefstal en schade aan ruiten is meeverzekerd. Of met een WA Casco Compleet-dekking oftewel een allrisk verzekering. Hierbij ben je ook verzekerd voor bijvoorbeeld vandalisme, aanrijdingen en schade door eigen schuld.
Onze adviseur geeft je graag advies over de voertuigenverzekering die het beste bij je past. Want niet elke auto, bestelauto of vrachtwagen hoeft dezelfde dekking te hebben, dit heeft onder andere te maken met de leeftijd van de auto. Maak daarom een vrijblijvende afspraak met een van onze adviseurs.